Visserijsprokkels Ronald Nannings
De afgelopen weken stonden in het teken van de nationale kampioenschappen. Het NK-teams was helaas voor ons team niet erg succesvol. Ook dat hoort bij het vissen, je wint of verliest als team. Het NK-individueel met de dobber en feeder stonden nog op mijn lijstje en voor beide wedstrijden had ik mij gekwalificeerd. In het verre verleden was een dergelijk NK de eerste schifting voor het internationale vissen. Tegenwoordig is het een eendagswedstrijd als zoveel andere, met een nationale titel, waarbij dus maar één plaats telt. Veel tijd in de voorbereiding had ik er niet in gestoken, als ik nu nog moet uitvinden hoe ik daar moet gaan vissen kan ik beter helemaal stoppen.
In elk geval zag ik mooie vangsten op Facebook voorbij komen. Glunderende vissers die met vol trots netten vol brasems vingen en droomden van die nationale titel. De elektronische loting door SVN was geschied en ik mocht natuurlijk plaats nemen ergens in het midden van het parcours. De verrassing had Sportvisserij Nederland voor het laatst bewaard. Waar in het verleden het parcours nog wel eens werd gemaaid was het dit keer niet het geval. Mijn aangewezen stek leek een locatie vanuit de jungle, de rondslingerende apen ontbraken alleen nog.
Na een goed kwartiertje woest snoeien kon ik eindelijk mijn kist op de stek zetten. Ik was overigens niet de enige, want zowat elke visser had zo’n Hendrik-Jan-de-tuinman moment. Over de visserij kan ik erg kort zijn, ik deed mijn best en mijn buurman Gerard van Eijk ook. De rechterbuurman had een offday, dus vochten Gerard en ik een onderling duel uit. Op stuks had ik Gerard verslagen, op gewicht was Gerard mij met 20 gram de baas. Die NK-titel konden we al snel uit ons hoofd halen. Kortom, snel vergeten die wedstrijd en op naar het NK-feeder.
De dag erna mocht ik na de digitale loting wederom ergens in het midden van de sector plaatsnemen. Dit keer naast Maurice Prijs. We zaten op hetzelfde parcours als het NK-vaste hengel, waar iedereen zo zijn gedachten over had. Aanleiding en doelstelling om deze gemaakte keuze te motiveren, of toe te lichten werd niet aan de vissers kenbaar gemaakt. Het gerucht ging op Facebook dat dit op aanraden van een bondscoach was. Of dit ook inderdaad zo was, is niet te verifiëren. Indien dit gerucht correct is, zou dat op zijn minst opmerkelijk zijn. Want er is zover ik weet nog nooit iemand gekozen voor een interland, die geen TC-feeder viste, maar zich wel bij de beste 10 op een NK feeder vist.
Ook Maurice en ik vochten een onderling duel uit, waarbij de snoekbaars van Maurice doorslaggevend was. De rechterbuurman van mij had ook een offday en verspeelde een paar dikke vissen. Teamgenoot Peter Fermond toverde alles uit de kast, maar de tovenaar uit Limburg kon ook geen potten breken. We konden allen niet aan de gewichten komen om Nederlands Kampioen te worden. Kortom wederom snel vergeten deze wedstrijd. Desalniettemin een dikke proficiat voor diegenen die Nederlands kampioen zijn geworden, want je moet zo’n stek wel waar zien te maken.
Direct na het NK feeder laadde ik mijn auto in om naar Ierland af te reizen. Aangelokt door de mooie vangsten wilde ik daar ook eens een hengeltje uit gaan gooien. Kortom, direct de boot in bij Rotterdam, eten en slapen maar. De dag er na een flinke rit door Engeland en Ierland en pas in de avond zat ik op locatie. Het bleek een B&B te zijn, in een sprookjesachtige omgeving, met twee heel aardige beheerders. Kortom, ik werd in de watten gelegd en mocht slapen in de meest luxueuze kamer met bubbelbad. Kijk daar word je vrolijk van.
De dag erna liep ik al snel Henk Roskam met een aantal andere Nederlandse vissers tegen het lijf die mij tipte om in de avond bij O Callaghans bar te gaan bezoeken. Dit bleek een echte visserskroeg met beheerders die alles weten over het vissen. Over de visserij in Ierland kan ik ook kort zijn, die was in één woord geweldig. Als je gemiddelde hebt van ruim 15 kilo en ruim 150 vissen per dag vangt, dan heb je genoten en dat was ook zo. Het winnen van een prijs is dan bijzaak. De visserij was in vergelijking met Nederland niet te vergelijken. Waar je in Nederland vaak met fragiel materiaal aan de gang moet om beet te krijgen was dat Ierland totaal geen probleem. Het probleem was dat je in je in ritme moet komen en blijven. Kortom een vismachine, Henk Roskam bleek daarin het meest bekwaam.
Hij viste alles en iedereen van zijn viskist en pakte de hoofdprijs. Ik won nog een sector en nog de rotatieprijs, dus ook ik was tevreden. Het aantal deelnemers viel, in vergelijking met andere jaren tegen, maar het niveau was hoog. Als je een foutje maakte dan werd deze gelijk afgestraft. Natuurlijk maakte ik wat foutjes en de Engelse visser die naast mij zat had dit al ingecalculeerd in zijn visserij en zo kwam ik 10 voorns te kort voor de superpoule. Waar kom je dat in Nederland tegen? Mijn fout was dat ik met te licht materiaal viste. Dat krijg je er van als je de spullen even snel in de auto gooit.
De avonden in O Callaghan waren erg gezellig, met Ierse, Engelse, Nederlandse en Poolse wedstrijdvissers, die na een hapje en een drankje de meest sterke verhalen hadden over de visserij. De ene anekdote na de andere werd uit de mouw geschud. Met Henk Roskam, als de vissende nestor die mij de weg wees, de altijd vrolijk gemutste Hans van Hesik en Kees Westdorp als de ultieme Brasemmachine. Na een week mocht ik weer naar huis en was Engeland in rouw, hun Koningin was overleden. Ik had verder een vlekkeloze terugreis, zonder enig oponthoud. Kortom, dit bezoekje was zeker voor herhaling vatbaar.
Tot hoorns of aan de waterkant.
Ronald Nannings.
Terug
20-09-2022